Gen. 4, Mat. 15:21-28
Zr. Anna Klerk
In de Bijbel lezen we op verschillende momenten over God die wordt verslagen, zoals ook gebeurde in het verhaal dat we vandaag hoorden. Denk aan Jakob die in Genesis worstelde met God, niet los liet en won. Als het onoverwinnelijk geachte leger aan het einde van het verhaal tot God roept, na een strijd die ze hebben verloren, antwoordt God: “Nemen jullie mij niet kwalijk: Ik deed Mijn best. Maar de machtelozen en onderdrukten zullen Mij altijd de baas zijn.” God is niet onvermurwbaar en onverbiddelijk. Hij luistert naar wie Hem gelovig aanroepen.
In Mattheus 15 lezen we hoe Jezus de vrouw die zijn hulp vraagt eerst stellig negeert en zelfs hard afwijst. Jezus was juist naar die plek gevlucht en wilde anoniem blijven. En dan roept deze vrouw Hem in het openbaar aan. De leerlingen willen haar dan ook weg laten sturen. Maar ook na Jezus’ scherpe en duidelijke woorden, geeft de vrouw niet op. Jezus’ pogingen om deze vrouw de mond te snoeren door haar buiten spel te zetten, leiden er uiteindelijk toe dat hij moet toegeven. Jezus kan niet meer vasthouden aan harde grenzen en vastgeroeste denkbeelden. Zijn belang om onder de radar te blijven, legt het nu af tegen het belang van de onderdrukte: die krijgt namelijk altijd voorrang in het Koninkrijk van God.
Dit zien we ook gebeuren in het verhaal van Kaïn en Abel. In de naam van Kaïn klinkt de trots van zijn moeder door. Die trots leidt hem ertoe zijn broer Abel te vermoorden, als alleen zijn offer wordt aangenomen. Het nageslacht van Kaïn bestaat uit succesvolle mensen: ze bouwen steden, maken muziek en bewerken metaal. Ze buiten de aarde, maar ook elkaar uit: van Lamech wordt als eerste genoemd dat hij twee vrouwen nam. De Abels, de ademtochtjes, lijden daaronder. Maar er is een God die de kant van de zwakken kiest, zelfs ten koste van zichzelf. Van de nakomelingen van Abel komt natuurlijk niets terecht. Over Set, die ‘in de plaats van’ Abel geboren werd, lezen we dat hij een zoon krijgt, Enos. En dan staat er nog één zin in Genesis 4: ‘In die tijd begon men de naam van de Heer aan te roepen’. De Kaïnsmensen hebben dan misschien wel de hele samenleving gecreëerd, er is een ding dat ze over het hoofd gezien hebben. Afhankelijkheid, godsdienst: dat hebben ze niet geleerd. En dat wordt nu juist beoefend door de plaatsvervangers van Abel.
Lijken wij niet vaak op Kaïn, als we tien ballen in de lucht willen houden en ons een ongeluk offeren? Doen we onszelf, maar bovenal God, daarmee niet tekort?
Wij hoeven God niet meer te winnen, want we zijn al gewonnen. Wij hoeven niet meer naar boven, want God is al naar beneden gekomen!
Hij zal de redder zijn der armen,
hij hoort hun hulpgeschrei.
Hij is met koninklijk erbarmen
hun eenzaamheid nabij.
Hij helpt, met hun bestaan bewogen,
die zijn in vrees verward.
Hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
Hij draagt hen in zijn hart!
Laatste Berichten
-
10 november geen dienst in de Wilhelminakerk
Zondag 10 november is er een gezamenlijke... -
Dankdag in de Goede Herderkerk
Op woensdag 6 november om 19:30 uur... -
Dankdag in de Petrakerk
Op woensdag 6 november om 18:00 uur... -
Hans Slotman bevestigd
Op 29 september 2024 is tijdens een... -
Dominee Hans Slotman
De Petrakerk uit Heemstede en de Fonteinkerk... -
Gezamenlijke dienst
Gezamenlijke dienst met de Fonteinkerk & de... -
Kinderkerstfeest 2023
Zondag 24 december 10:00 uur Kinderkerstfeest in...