
1 Petrus 1:13-22b
Ds. J. Schelling
Als de juf zegt dat we van de apen afstammen, geloof je dat? Verandert dat je leven? En als de dominee zegt dat je straks pepernoten krijgt?
Hoe is het als God zegt dat al je zonden vergeven zijn en dat Jezus in onze plaats is gestorven – en is opgestaan – zodat wij straks in het paradijs mogen leven? Geloof je dát en verandert dát je leven?
In de 10 verzen die we vandaag lezen, gebruikt Petrus het woord ‘leven maar liefst 6 keer. Geloven is leven, liefhebben. Dat is vaak best moeilijk. Het geloof helpt ons:
1. Leven is mogen zijn wie je bent.
We mogen zijn wie we zijn. Je mag leven! Je mag zijn wie Jezus in jou ziet. Leven in het Licht, je vrij voelen, je leven delen met anderen.
2. Delen met anderen: mensen die samenleven.
Ook in de verschillende kerken zijn we heel verschillend; heeft ons puzzelstukje een eigen kleur. Laten we niet hopen en verwachten dat anderen hun puzzelstukje dezelfde kleur geven als het onze, maar stilstaan bij wat onze overeenkomsten zijn, wat ons verbindt.
3. Hoe je doet: leven is laten leven.
De levens van veel mensen staan vol rode kruisjes in plaats van groene vinkjes. Minderwaardigheidsgevoelens kunnen levens volledig gaan blokkeren. Geloven is leven en laten leven, zodat we de groene vinkjes zien en laten zien.